“Grenzeloos studeren en leren”
Naarmate de globalisering toeneemt, speelt het onderwijs een steeds belangrijker wordende rol als positioneringsfactor en als doorslaggevend element bij het aantrekken en behouden van de meest briljante geesten en is ook een belangrijk factor om elk kind en jonge volwassenen dezelfde kansen te bieden. Die vaststelling geldt des te meer voor de centraal in Europa gelegen Euregio Maas-Rijn (EMR).
Er zijn veel voorbeelden van projecten en initiatieven in de EMR die gericht zijn op het verbeteren van de kennis van de buurtaal (Duits, Frans en Nederlands) en het verwerven van interculturele vaardigheden, zoals de labels 'Euregioscholen' en 'Euregioprofielscholen' en scholen die het Euregiocompetentiecertificaat aanbieden. Door kinderen de mogelijkheid te bieden om op de basisschool de taal van het buurland te leren en leerlingen van de andere kant van de grens te ontmoeten, wordt hen al op jonge leeftijd praktisch Euregionaal burgerschap bijgebracht. De EMR bevordert ook grensoverschrijdende uitwisselingen op middelbare scholen en in het beroepsonderwijs, met name via het EMR-fonds voor grensoverschrijdende schooluitwisselingen en schoolbezoeken (Small Project Fund).
Het INTERREG-project EMRLingua leidt tot de oprichting van een Euregionaal Coördinatiecentrum voor buurtalen en interculturele competenties. Het doel van het project en het centrum is om de positie van de buurtalen (Frans, Duits en Nederlands) en de focus op interculturele competenties in het basis-, voortgezet en beroepsonderwijs in de EMR te versterken om de barrières naar de arbeidsmarkt, onderwijs en huisvesting te verminderen.
Ondanks de vele uitwisselings- en cross-learningprojecten stuiten de initiatieven nog steeds op grote obstakels. Deze omvatten de vaak bevoorrechte keuze voor Engels als tweede vreemde taal, het gebrek aan harmonie tussen schoolsystemen, zelfs binnen een land (in België bijvoorbeeld zijn de drie gemeenschappen hiervoor verantwoordelijk), de moeilijkheid om grensoverschrijdende verblijven te financieren, de starheid van bepaalde curricula en de concurrentie tussen andere keuzes in middelbare scholen, zoals natuurwetenschappen en talen. Een ander groot probleem is de erkenning van diploma's aan beide kanten van de grens. Dit heeft gevolgen voor toekomstige werkzoekenden op de Euregionale markt.